De eerste ljip gjit hast wer oer de wjuk! – Werk aan de winkel.

In het voorjaar keren de weidevogels terug naar Nederland vanuit hun overwinteringsplekken in Afrika en Zuid-Europa. De eerste vogels worden half / eind februari verwacht. Na zo’n lange vlucht is het van groot belang dat ze hier kunnen bijkomen en goed voedsel kunnen vinden.

Onderstaande wat tips en suggesties voor het nieuwe weidevogelseizoen;

Maak het bed op;

  • Denk na over middelen om in het voorjaar water vast te houden en pas daar desnoods in de winter het waterpeil al op aan.
  • Zet in de vorstperiode alvast de pomp in het land. Mocht het begin februari te nat zijn dan staat deze er al.
  • Rijdt ruige mest uit nabij percelen met kruidenrijk grasland of plas/dras en liefst vanaf het moment dat de meeste weidevogels, die zich opmaken voor de eileg terug zijn in Nederland, zo rond begin maart.
  • Heeft u het pakket Braakstroken. Leg deze dan aan op het einde van een vorstperiode. Het is belangrijk dat ze er 1 maart liggen.
  • Heeft u het slootafval nog op het land liggen? Verspreid het met de walfrees over het land. Het zorgt voor reliëf en nestmateriaal.
  • Zorg ervoor dat het gras kort het voorjaar in gaat. Laat nog wat schapen weiden op de plas-drassen en kruidenrijke percelen.
  • Last van pitrus, probeer het in een korte vorsperiode te maaien.

Openheid gebied;

  • Opgaand struweel zoals wilgen en bramstruiken nabij de weidevogelpercelen of aan de oevers. Haal ze weg. Het beperkt predatoren in hun vestiging en uitkijkmogelijkheden.
  • Gedurende de vorige broedseizoenen bevonden zich op een aantal percelen in het mozaïek nog opgehoopt rietmaaisel. In het najaar blijven daarnaast de kuilpakken vaak nog gedurende een lange tijd op de op sommige percelen staan. Dit biedt een ideaal biotoop voor marterachtigen als hermelijn, wezel, bunzing en steenmarter, zowel gedurende de winter als slaapplaats als in het voorjaar als nestplaats. We zetten er daarom op in om kuilpakken en slootmaaisel al in het najaar te verwijderen. Op deze manier wordt het de marterachtigen minder eenvoudig gemaakt om in het veld beschut de winter door te komen. Het collectief wil graag dat boeren kuilpakken en slootmaaisel uiterlijk voor aanvang van het broedseizoen (1 maart), maar bij voorkeur in het najaar al opruimen.

Predatie;

  • Heeft u of uw nazorger aanwijzingen dat er predatoren actief zijn op of rond uw percelen, vraag dan de jager hier actief actie op te ondernemen. Lees hier enkele tips om predatie te beperken.
  • Heeft u één of meerdere katten op uw erf lopen. Laat deze steriliseren en doe ze een halsbandje met een belletje om. Hou de katten in het broedseizoen binnen. Lopen er zwerfkatten op of rond het erf informeer dan uw jager.
  • Vraag uw nazorger alle waarnemingen van predatoren te registeren in het systeem van de BFVW.

Uitvoeren beheer;

  • Informeer medewerkers en loonwerkers over de beheereisen op de percelen. Dit om misverstanden te voorkomen. Deze informatie is te vinden op onze website.
  • Gaat u maaien in het broedseizoen maai dan met een akoestische wildverdrijver. Alle loonbedrijven die actief zijn in het werkgebied konden er vorig jaar één via het collectief aanschaffen.
  • Heeft u al een greppel plas-dras of plas-dras in beheer overweeg dan om deze na 15 juni ook nog een paar weken onder water te laten staan. De weidevogels hebben er veel baat bij!
  • In het broedseizoen na zonsondergang niet maaien en vooraf aan de werkzaamheden contact opnemen met de nazorger zodat deze nog een laatste controle kan doen.
  • Heeft u vragen over het beheer kijk dan op onze website. Vindt u hier niet het antwoord neem dan contact om met de gebiedscoördinator.

Nazorg en monitoring;

  • Vraag bij uw vogelwacht een gast account aan zodat u tijdens het broedseizoen online inzage heeft in de stippenkaarten van uw percelen.
  • Nodig de nazorger(s) uit voor een bakje koffie en bespreek uw plannen met hen. Zoek gedurende het broedseizoen regelmatig contact.

Ter inspiratie wat activiteiten uit voorgaande seizoenen ter voorbereiding op het broedseizoen.