Circa 20% van de agrariërs in Nederland doet mee aan het Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (ANLb). In Fryslân, van oudsher een weidevogelprovincie, bestaat het ANLb voor het grootste deel uit beheer binnen het Leefgebied Open Grasland. Hoe succesvol het weidevogelbeheer is, verschilt per regio en ook binnen regio’s zijn er verschillen. Een aantal bedrijven die weidevogelbeheer uitvoeren, zijn daarin succesvoller dan gemiddeld. De hoofdreden hiervan is dat deze ondernemer(s) meer dan gemiddeld “oog” voor weidevogels hebben. Zij zijn intrinsiek gemotiveerd en zetten een grote stap extra. Gedurende het weidevogelseizoen stellen zij hun bedrijfsvoering in feite in dienst van de weidevogels en passen daar het maai- en bewegingsregime op aan. Op sommige van deze bedrijven wordt, in tegenstelling tot de landelijke trend, zelfs een toename van het aantal weidevogels waargenomen.
Probleem bij dit succes is dat door de vele nesten, nestenclaves, verschillende maaidata, strokenbeheer en beweidingstrappen er een zo complex mozaïek van beheermaatregelen ontstaat dat de bedrijfsvoering (planning beweiding en voederwinning) in de knel komt. Daar komt bij dat op deze bedrijven vaak veel meer land in ‘zwaar’ agrarisch natuurbeheer zit dan gemiddeld. Deze weidevogelboeren en de collectieven geven hierbij aan dat door de stapeling van de vele beperkingen, de vergoedingen niet meer toereikend zijn en de arbeids- en bewerkingskosten in dit complexe mozaïekbeheer exponentieel toenemen. Meestal komen dit soort bedrijven niet in aanmerking voor duurzaamheidsprogramma’s van de zuivelketen vanwege de klimaateisen (o.a.
PlanetProof), waardoor zij via de markt niet beloond worden voor hun inspanningen voor de weidevogels. De deelnemende collectieven stellen daarom dat:
“Weidevogelbeheer moet volledig uit vergoedingen betaald worden en niet uit een toeslag op de
melk. De exportlanden hebben niets met grutto’s. In feite geeft een toeslag op de melk juist een
prikkel tot meer produceren.”
Op veel melkveebedrijven staan de marges (opbrengst minus variabele kosten) op dit moment onder druk en dit blijft voorlopig ook zo, o.a. door toenemende kunstmest- en krachtvoerprijzen. Wanneer een boekhouder gaat rekenen zou men met een deel van het weidevogelbeheer moeten stoppen (Accon avm, 2015). Ook bedrijfsovername door de volgende generatie kan problemen opleveren. Kortom de huidige ANLb systematiek werkt niet optimaal en brengt het voortbestaan van deze bedrijven in de huidige vorm, en het behoud van de weidevogels op deze bedrijven in gevaar. Om die reden hebben de agrarische collectieven It Lege Midden, Noardlike Fryske Wâlden en Súdwestkust in samenwerking met Hogeschool Van Hall Larenstein en Alfa Accountants en Adviseurs het initiatief genomen om middels deze verkenning te onderzoeken wat de arbeidsinspanning en bewerkingskosten zijn op weidevogelbedrijven en te kijken hoe deze boeren beter beloond kunnen worden voor hun inspanningen.
- Download het onderzoeksrapport via de onderstaande link;- 2022-01-31 Weidevogelboeren ‘loon naar werken’ 0.4 DEF
Het rapport is op 25 mei 2022 gepresenteerd een aangeboden aan de Provincie Fryslân en de werkgroep Aanvalsplan Grutto. Dit project werd mede mogelijk gemaakt dankzij het project LIFE IP GrassBirdHabitats.
Voor vragen; Jeroen de vries (jeroendevries@sudwestkust.nl | 06 206 206 35)