Er is te weinig bekend over de kleine marterachtigen (wezel, hermelijn, bunzing) in Friesland. Daarom is de Provincie Fryslân vorig jaar een onderzoek gestart om in zogenaamde ‘uurhokken’ meer camera’s te plaatsen. Een uurhok is een gebied van 5 bij 5 kilometer. De onderzoekers van Altenburg & Wymenga plaatsen zodoende ook een aantal cameravallen in het land van deelnemers van Collectief Súdwestkust.
170 camera’s
Op dit moment is er weinig bekend over de aan- of afwezigheid van kleine marterachtigen, waardoor we ook niet weten of het slecht of goed gaat met de soort en in welke mate ze een bedreiging zijn voor de weidevogels en andere grondbroeders. De monitoring wordt uitgevoerd met camera-vallen omdat kleine marters heel moeilijk waar te nemen zijn. In de hele provincie worden in 50 uurhokken in totaal 170 cameravallen geplaatst op plekken waar de trefkans van kleine marters hoog is (zoals op dammen, loopplanken boven sloten, langs houtwallen).
Najaar is de grootste trefkans
Nu, in het najaar zijn de aantallen van kleine marterachtigen het hoogst. Daarom worden de cameravallen van eind september tot begin november in het veld geplaatst. Aansluitend worden alle beelden bekeken en genoteerd op welke locatie hoeveel kleine marters aanwezig waren. De monitoring zal nog tot 2024 (elk jaar van eind september tot begin november) door Altenburg & Wymenga Ecologisch Onderzoek voortgezet worden.