Waarom inzetten op randenbeheer in mijn gebied?
Wetterskip Fryslân en provincie Fryslân hebben een onderzoek laten uitvoeren naar de gebieden waar metingen en modelberekeningen laten zien dat het behalen van de KRW doelstelling zonder extra maatregelen, in het geding komt. Een parameter is een te hoog gehalte aan fosfaat. Fosfaat komt vrij uit diverse bronnen, waaronder landbouw, transport via het watersysteem en de afkalving van oevers. Voor Fryslân is vastgesteld dat fosfaat uit landbouw(gronden) en rioolwaterzuivering de grootste bronnen zijn voor het oppervlakte water. Juist in deze gebieden proberen we met de impuls op randenbeheer het water op de gewenste kwaliteit te krijgen.

Waar zijn de meetpunten? Wetterskip Fryslân werkt met een eigen waterkwaliteitsmeetnetwerk. Dit netwerk zorgt voor een uitgebalanceerde waterkwaliteitsmeting over het gehele Friese watersysteem. In totaal bestaat dit meetnet uit ruim 200 meetpunten.

Waarom inzetten op randenbeheer?
De inzet op randen is een bewezen maatregel om deze belasting vanaf het land te reduceren. Per watersysteem/poldersysteem is dit maatwerk en kan de inzet variëren. Wetterskip Fryslân
en Provincie Fryslân committeren zich aan de opgave om in 2027 de KRW doelen te behalen. Tegengaan van afspoeling meststoffen en gewas-
beschermingsmiddelen is hierbij een belangrijke maatregel.

De inzet op randenbeheer is een inspanningsverplichting.
De ANLb maatregel is een inspanningsverplichting. Samen met de overige KRW sporen, waaronder Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, werken we aan het behalen van de KRW doelen in 2027. Hierbij is het nutriëntengehalte (ecologische ondersteunende para- meter) richtinggevend voor het halen van de ecologische doelen van de KRW.

Heeft uitgesteld maaibeheer ook een aanvullend effect op uitloging naar de sloot?
Uitgesteld maaibeheer gecombineerd met de uitsluiting van bemesting en gewasbeschermingsmiddelen, bij voorkeur jaarrond, heeft een positief effect op de waterkwaliteit.

Download hier de flyer

Meer informatie over de implementatie van het ANLb 2023 vindt u op onze informatie pagina. De voorwaarden, eisen en vergoeding van het randen beheer (pakket 5h) vindt u hier.

Een vergoeding voor de nieuwe eco-regeling via het GLB én natuur- en landschapsbeheer via het ANLb is geen optie. Dan maar afzien van een zesjarig contract via het ANLb? Volstrekt onnodig, leggen Alex Datema (voorzitter BoerenNatuur) en Jetze Genee (projectleider ANLb en GLB-NSP bij de provincie Fryslân) uit. Eco-regeling én ANLb hoeven elkaar absoluut niet te bijten. 

Lees het volledige artikel op de website Melkvee.nl

De laatste tijd horen wij vanuit het veld dat boeren door bedrijfsadviseurs soms geadviseerd worden om voor de komende nieuwe GLB-periode geen ANLb-contracten af te sluiten. Wij betreuren het dat hierdoor extra onrust en zorg ontstaat bij onze deelnemers en collectieven. Nu er al zoveel onduidelijkheid is bij de invoering van het nieuwe GLB-NSP is het des te belangrijker om boeren van de juiste informatie te voorzien. Het advies om geen ANLb-contracten af te sluiten, is gebaseerd op conclusies die veel te kort door de bocht zijn.

Oproep: ga in gesprek met onze collectieven over hoe het ANLb in de GLB-puzzel past

 

Op de website van BoerenNatuur leest u hoe de vork in de steel zit.

Meer informatie over de implementatie van het ANLb 2023 vindt u op onze informatie pagina.

Er is te weinig bekend over de kleine marterachtigen (wezel, hermelijn, bunzing) in Friesland. Daarom is de Provincie Fryslân vorig jaar een onderzoek gestart om in zogenaamde ‘uurhokken’ meer camera’s te plaatsen. Een uurhok is een gebied van 5 bij 5 kilometer. De onderzoekers van Altenburg & Wymenga plaatsen zodoende ook een aantal cameravallen in het land van deelnemers van Collectief Súdwestkust.

170 camera’s
Op dit moment is er weinig bekend over de aan- of afwezigheid van kleine marterachtigen, waardoor we ook niet weten of het slecht of goed gaat met de soort en in welke mate ze een bedreiging zijn voor de weidevogels en andere grondbroeders. De monitoring wordt uitgevoerd met camera-vallen omdat kleine marters heel moeilijk waar te nemen zijn. In de hele provincie worden in 50 uurhokken in totaal 170 cameravallen geplaatst op plekken waar de trefkans van kleine marters hoog is (zoals op dammen, loopplanken boven sloten, langs houtwallen).

Najaar is de grootste trefkans
Nu, in het najaar zijn de aantallen van kleine marterachtigen het hoogst. Daarom worden de cameravallen van eind september tot begin november in het veld geplaatst. Aansluitend worden alle beelden bekeken en genoteerd op welke locatie hoeveel kleine marters aanwezig waren. De monitoring zal nog tot 2024 (elk jaar van eind september tot begin november) door Altenburg & Wymenga Ecologisch Onderzoek voortgezet worden.