Boven gemiddeld goed broedseizoen!

Grote tegenstelling in vergelijk met voorgaand jaar

Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst’. Dit blijkt ook dit (broed)seizoen maar weer. Vorig jaar spraken we over een broedseizoen met vele extremen. Een schraal en koud voorjaar gevolgd door droogte in de maanden april, mei en juni met daarboven op een extreme predatiedruk op de legsels en kuikens van weidevogels. Een verloren broedseizoen…

Dit broedseizoen was en is alles anders. We hadden een korte maar toch wel heftige winterperiode welke werd opgevolgd door een extreem nat voorjaar. De natte periode hield zelfs aan tot begin mei. Prachtige omstandigheden voor alle grondbroeders waaronder de weidevogels. Minder mooie omstandigheden voor de grondpredatoren wat in het veld ook duidelijk te merken was.

Begin maart leek het weer mis te gaan, en dan vooral in de gebieden waar de vossen actief waren. Door de COVID-19 maatregelen mochten de jagers er in de nachtelijke uren niet met de lichtbak op pad waardoor de vos vogelvrij was. Dat zagen we terug in de predatieverliezen in een aantal mozaïeken. Met het verdwijnen van de avondklok verdwenen ook de vossen uit het veld en bleven de legsels liggen.

Minder predatiedruk
In de winterperiode werden er door ons cameranetwerk op veel plaatsen kleine marterachtigen geregistreerd. De angst was dus groot dat deze tijdens het broedseizoen de open graslanden weer zouden gaan bezoeken. Gaande weg het broedseizoen bleek dit niet het geval en bleven vele legsels gespaard. Helaas is het ook niet zo dat er helemaal geen grondpredatie was. De druk was vele malen minder dan in 2020 maar op sommige plekken nog steeds te hoog.

Ook de predatiedruk van de luchtpredatoren was minder. Je ziet toch dat wanneer er nog veel weidevogels met jongen bij elkaar zijn de luchtpredatoren minder succesvol zijn. Het blijft echter een punt van aandacht. Vanuit onze gehele werkgebied maar vooral vanuit De Samenvoeging , de Workumerwaard en Skrieze Krite Idzegea krijgen we verontrustende berichten over de predatiedruk van de bruine kiekendief. De hele dag door vliegen ze af en aan en jagen ze op kuikens. Zelfs vliegvlugge kuikens zijn niet veilig. Zorgelijk!

Veel last-minutebeheer
De maand juni was voor een ieder die zich bezig houdt met weidevogelbeheer hectisch! Vorig jaar hebben we als collectief bijna geen last-minutebeheer hoeven toepassen omdat het door de extreme predatiedruk eind mei al doodstil in het veld was. Dit jaar hebben we in al onze 11 mozaïeken gedurende de maand juni meerdere malen last-minute beheer of kuikenvelden toegepast. Boeren, nazorgers, mozaïekregisseurs en gebiedscoördinatoren waren druk met elkaar in overleg om te kijken waar wel en waar niet gemaaid kon worden. Namens collectief Súdwestkust een woord van dank aan deze mensen. Super dat het zo kan!

Veel last-minute beheer betekent dat er nog veel kuikens aanwezig waren die nog net niet vliegvlug zijn. Dit beeld kwam ook naar voren uit de drie alarmtelrondes. Vanuit het veld kregen we regelmatig meldingen van adulten die nog met drie of zelf vier kuikens rondliepen. Taferelen die we al jaren niet meer gezien hebben. Het kan dan ook bijna niet anders dat 2021 de boeken in gaat als een boven gemiddeld goed broedseizoen. Hoe succesvol het uiteindelijk was binnen ons werkgebied en in heel Friesland weten we medio september, wanneer alle gegevens binnen zijn en verwerkt.

Beetje hulp van de natuur
Samengevat kunnen we concluderen dat in dit broedseizoen de natuur de weidevogels een handje geholpen heeft. Ook  de inzet van de boeren en de vrijwilligers en het aanscherpen van het predatiebeheer heeft een positief effect gehad. Dit alles geeft ook maar weer aan hoe kwetsbaar de opzet van weidevogelbeheer in Nederland is. De komende jaren zullen we met elkaar hard moeten blijven werken aan meer geschikt biotoop, hogere waterpeilen, ”bourkje” in dienst van de weidevogels en intensiever en ruimer predatiebeheer.

Jeroen de Vries
Projectleider & Gebiedscoördinator