Voorlopige resultaten weidevogelseizoen in de Sudwestkust

Extremen in 2020
Het weidevogelbroedseizoen loopt alweer naar zijn einde. Een seizoen met veel extremen. Extremen in ons veranderende klimaat: natte winter, een schrale oostenwind in maart en droogte in de maanden april, mei en juni. Extremen in de aantallen predatoren die in onze provincie aanwezig zijn. Vorig jaar was een goed muizenjaar, waardoor de predatoren veel jongen hebben grootgebracht. De effecten van deze extremen zien we nu terug in het veld…

Droogte
De weidevogels en hun kuikens hebben het moeilijk. De natte februari maand leek gunstig. De meeste agrarische percelen zagen er voor de weidevogels gunstig uit door de muizenschade en de natte oppervlakte. Helaas stak er een schrale oostenwind op en werd het oppervlakte snel droog, te droog. De weidevogels konden daarom slecht bij hun eten komen. Hierdoor kwamen ze laat aan de leg. Deels hebben we samen met de beheerders een oplossing kunnen toepassen door op veel plaatsen extra vernattingsmaatregelen te treffen. Zo zijn er extra solar pompen in het veld geplaatst en heeft het Collectief de regels versoepelt zodat er waar nodig door de beheerders met een mobiele pomp extra greppels onder water gezet konden worden. Ondanks deze extra werkzaamheden en alle gewaardeerde inzet van de beheerders en zijn er helaas veel Gruttoparen niet eens aan de leg gekomen.

Doordat de vogels laat aan de leg komen, zag je in sommige gebieden dat de kieviten medio juni nog aan het broeden waren. Normaal zijn de kuikens van de kievit in deze periode al vliegvlug. Als de kuikens later uit het ei komen zie je ook dat het maaien van het “fûgeltsjelân” eigenlijk net wat te vroeg komt. Dat er in deze periode door de weidevogels nog volop gebroed wordt heeft niet alleen maar te maken met de extremen in het weer, ook de predatie speelt hierin een grote rol. Misschien wel de grootste rol.

Veel predatie
In bijna alle mozaïeken in het werkgebied van de Súdwestkust ligt de nestpredatie tussen de 50 en 70 procent. Op camera’s bij de nesten, dammen en andere strategische plaatsen in het veld zien we veelvuldig de hermelijn, wezel, steenmarter, bunzing, bruine rat en (verwilderde) kat voorbijkomen. Onze vrijwilligers in veld zien regelmatig de buizerd, kiekendief en zwarte kraai naar de grond duiken om een ei en/of kuiken op te halen. Wanneer je medio juni door het veld liep waren er weinig tot geen alarmerende weidevogels meer.

Samengevat moeten we helaas concluderen dat dit een zeer slecht weidevogeljaar wordt. Helaas een verloren jaar voor onze doelsoorten de kievit, grutto, tureluur en scholekster. We zullen de komende jaren een paar tandjes op moeten schakelen op meerdere fronten willen we de weidevogels voor Friesland en Nederland behouden. Denk hierbij aan een flexibelere waterpeilen in het voorjaar en de zomer waardoor je beter op droge omstandigheden in kan spelen en het intensief bejagen van predatoren in de weidevogelkerngebieden. Voor dit laatste hebben we een lange adem nodig aangezien de wetgeving dit op dit moment nog niet toelaat. Vanuit het Collectief houden we hier in ieder geval druk op!

Jeroen de Vries (projectleider Collectief SWK)